In het dorp worden jaren uitgedrukt in kermissen. Al op jonge leeftijd krijg je mee dat de jaarwisseling zoals de rest van de wereld die viert natuurlijk belangrijk en gezellig is, maar dat het échte jaar begint en eindigt wanneer de parkeerplaats bij De Bron (Een supermarkt. Niet één of ander gebedshuis, al zou de naam daarvoor ook niet misstaan. Om verwarring te voorkomen wordt dit later C1000. En weer later, na je vertrek uit het dorp: Jumbo) zich vult met zware en kleurrijke aanhangers en opleggers, gevuld met allerhande materieel waarvan je niet ziet wat het wordt, maar waarvan je wel ziet dat het spectaculair wordt.
De aankondiging van hun komst is eerder gedaan. Dat gebeurt in de vorm van het programmaboekje dat de Harddraverijvereniging uitgeeft. Zodra dit kort na de zomer op de mat ploft, zijn nog slechts twee vragen in het leven relevant: welke activiteiten die gratis kermiskaartjes opleveren worden rond de najaarsfeesten georganiseerd, en welke attracties zullen de genoemde parkeerplaats gaan doen verworden tot het heerlijks dat kermis heet?
In de weken die op het uitkomen van dit boekje volgen, gaat het op het schoolplein over niets anders dan de inhoud ervan. Knikkeren en overloopje zijn niet langer interessant. De enige vraag die telt is óf die onbekende naam van een van de attracties hoort bij het vage, korrelige fotootje in het boekje, en zo ja: wat dan in ’s hemelsnaam onder en boven is in dat monsterlijk gevaarte. Zou dat daadwerkelijk een weergave zijn van hetgeen ons dorp staat te wachten? Je vriendjes en jij durven er bijna niet op te hopen.
Je weet niet beter dan dat de kermis een hoogtepunt in het jaar is. Toch weet je niet je hele leven even goed wanneer deze komt en eigenlijk ook niet zo goed wat de daadwerkelijke omvang ervan is. Bovengenoemd boekje zegt je nog niets. Dat komt allemaal later pas, net als eerdergenoemd gespeculeer op het plein. Op jonge leeftijd is het eigenlijk meer zo dat je op een gegeven moment met je moeder naar De Bron gaat en je ziet dat er ‘iets’ opgebouwd wordt op het parkeerterrein. Op de daaropvolgende donderdagavond (de openingsdag van de kermis) wordt je voor jou toch nog vrij onverwacht opgehaald door oma. Zij heeft een portemonnee met guldens en knaken (en later vijf gulden-munten) die zij voorwiel, achterwiel en tractorwiel noemt. Voor de inhoud van die portemonnee mag je dingen op de kermis doen. Eendjes vissen, touwtje trekken en ringgooien. Dan is het klaar, heb je prullaria die je op een aanzienlijk grotere waarde schat dan deze in het economisch verkeer vertegenwoordigt, alsmede een wijnbal, dropbal of zuurstok om de mooie herinnering in leven te houden tot de volgende kermis.
Wanneer je ouder wordt, komt er meer bij kijken. Het eerder genoemde programmaboekje zorgt voor gezonde spanning. Daar blijft het echter niet bij. Vanaf ongeveer groep zeven kom je na publicatie van het boekje al snel en voor het eerst in je leven aan nietsontziende stress bloot te staan. Dan gaat namelijk de vraag spelen hoe je Tamara of Paula (dat wisselt een beetje per jaar) zo gek krijgt om met jou in een attractie te gaan. Bij de gedachte alleen al benader je de grens van blinde paniek. Je weet echter dat je geen alternatief hebt. Ja, niets doen, of te laat handelen. Dan loop je wel het risico dat ze met een ander gaat. Die gedachte overwint alle paniek. Het wordt direct zwart voor je ogen. Dat scenario mág zich nooit, nooit, nooit ontvouwen. Dan is je leven simpelweg voorbij. In ieder geval wel op die leeftijd. Zodoende oefen je vele malen de vraag ‘wil je met me in de spin / rups / Luna Park / Discovery / Snow Jet of Hawai Trip?’ Je mag niet falen. Het moet perfect worden. Doe het!
Na veel oefening kom je, áls je haar al één op één durft aan te spreken, niet verder dan ‘misschien kunnen we daar ook in.’ Wanneer ze bevestigend antwoord ben je zo trots en blij als een aap met zeven staarten. Wanneer enkele dagen later echter blijkt dat zij het ‘we’ beschouwde als ‘wij met de halve klas’ in plaats van als het romantische één-op-ééntje dat jij voor ogen had, is de euforie helaas spoedig als sneeuw voor de zon verdwenen. Het is één van de eerste ijskoude douches die het leven voor je in petto blijkt te hebben. Toch doet het geen afbreuk aan de magie van de kermis.
De kennismaking met de kermis in je jonge jaren is slechts een voorbode van alles wat zij in je verdere jaren in het dorp in je leven zal brengen. Harddraverijen. Grote winsten. Nog grotere verliezen. Verkeringen. Verkeringen verliezen. Karretje rijden. Zwetend tegen het raam geplakt staan in de kroeg aan het plein. Romantische ritjes met de liefde van dienst en vuurwerk dat het begin van het nieuwe jaar volgens de telling in ons dorp inluidt. Zonder kermis geen dorp, dat is zeker.
Toch m’n moedertje nog maar eens bellen om te vragen of het boekje al op haar mat is geland…