Onderdeel van mijn schrijfactiviteiten is het redacteurschap bij Haerlems Bodem. Ik schrijf hiervoor regelmatig artikelen. Recent mocht ik in gesprek met het comité bijzondere hulp Zuid-Kennemerland, waarover ik het volgende artikel schreef.
Haarlem kent een rijke historie van elkaar helpen wanneer dat nodig is. Al sinds de crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw doet de Stichting Comité Bijzondere Hulp Zuid-Kennemerland dit op eigen wijze in onze regio. Quirijn sprak met een afvaardiging van het stichtingsbestuur over de grote hulp die, dankzij donateurs, verleend wordt.
Comité
Stichting Comité Bijzondere Hulp (vanaf nu: het comité) verleent hulp aan inwoners van Zuid-Kennemerland die een noodzakelijke incidentele uitgave moeten doen, maar dit echt niet kunnen. Daar waar de verschillende instanties en fondsen niet meer kunnen voorzien, maar de nood onverminderd hoog is, kan het comité bijspringen.
Stille armoede
Niet zelden helpt het comité mensen die in zogenaamde ‘stille armoede’ leven. Het water staat hen eigenlijk structureel aan de lippen, maar de omgeving weet er niet van of kan hier om andere redenen niet bij helpen. Als voor deze mensen de wasmachine, fiets of koelkast het begeeft, is er geen vangnet en geen oplossing, terwijl het probleem onverminderd groot is. Gelukkig is er dan het comité.
Ik spreek met een bestuursdelegatie bestaande uit Jan, Dick en Rob. Samen nemen ze me mee in de ontstaansgeschiedenis en historie van het comité, de werkwijze en de hulp die verleend wordt. Hulp die niet kan bestaan zonder donateurs, veelal mensen uit Zuid-Kennemerland die in de gelegenheid zijn de medemens te helpen.
Ontstaansgeschiedenis en historie
Het comité kent de oorsprong in de jaren dertig van de vorige eeuw. Na het instorten van de (wereld)economie nam in deze jaren de armoede een grote vlucht, ook in Zuid-Kennemerland. ‘Er waren wel wat voorzieningen, in eerste instantie via de kerken en als laatste redmiddel via de overheid, maar dit was verre van toereikend,’ zo legt secretaris clientzaken Dick me uit.
Twee Haarlemse kranten, het Haarlems Dagblad en de Nieuwe Haarlemse Courant, begonnen daarom een geldinzameling, waardoor ‘stille armen’ rond kerst een envelop met inhoud konden ontvangen en zo iets extra’s te besteden hadden. ‘De kranten speelden destijds op deze manier een grote rol in het bevechten van armoede, en namen hier een maatschappelijke verantwoordelijkheid op zich’, zo vertellen de bestuursleden.
Deze vorm van hulp bleef bestaan, ook toen in de jaren vijftig het sociale zekerheidsstelsel opgetuigd werd. Ook dat stelsel bleek toen niet toereikend om iedereen een leven boven het bestaansminimum te kunnen garanderen. Er werd door initiatiefnemers weliswaar afscheid genomen van de kerstenveloppen, maar niet van het verlenen van hulp. Deze ging zich richten op jaarronde hulp met een bijzonder karakter. Vanaf 1971 wordt dit verleend vanuit de huidige stichting, welke door vrijwilligers bemenst wordt.
Werkwijze en hulp: maatwerk met wortels in de regio
‘Onze werkwijze kent een aantal unieke elementen,’ zo vertelt algemeen bestuurslid Rob. ‘Twee onderdelen wegen zwaar bij beoordeling van aanvragen voor een bijdrage: de financiële positie van de aanvrager – heel kort door de bocht gezegd: wat heeft iemand te besteden – en de argumentatie achter een aanvraag. Daarbij geldt dat een aanvraag een incidenteel karakter moet kennen. Het moet gaan om een eenmalige uitgave die iemand moet doen, maar niet kan doen. Ook moet de aanvraag niet in aanmerking komen voor andere fondsen of ondersteuningsregelingen.’
Ik leer dat het comité pragmatisch en via maatwerk beoordeelt – iets dat juist in geval van de unieke positie waarin iedere individuele aanvrager zich bevindt het verschil kan maken. Rob vertelt me over een aanvrager die door ziekte nagenoeg alles was ontnomen. Herstel was ook praktisch onmogelijk, omdat de verschillende symptomen slapen onmogelijk maakten. Een aangepast bed kon hierin een verschil maken, maar de aanschaf behoorde voor de persoon in kwestie niet meer tot de mogelijkheden. Het comité heeft hier toen in voorzien – een vorm van hulp in een specifieke casus die bij een algemene beoordeling niet kansrijk zou zijn geweest. ‘Situaties zijn uniek en vragen om op zichzelf staande beoordeling. Daarom verlenen we ook bijzondere hulp’, aldus Rob.
Verschillende regionale partijen spelen binnen de werkwijze van het comité een rol. ‘Het comité keert geen geld uit, maar betaalt een uitgave’, zo vertelt Dick me. ‘Je kan denken aan een nieuwe wasmachine of koelkast. Eén van de ondernemers uit het netwerk plaatst deze, en stuurt de factuur aan het comité.’ Voordeel van deze manier van werken is dat de verleende hulp buiten verschillende systemen kan blijven, niet in de laatste plaats buiten het sociale systeem van mensen. Geldnood doet namelijk veel met mensen, en is voor niemand een makkelijk gespreksonderwerp. De geboden vorm van hulp biedt ruimte voor discrete omgang met mensen hun problemen.
Belang van donaties
Hulp kan natuurlijk alleen geboden worden, als je als comité ook echt iets te bieden hebt. Donaties zijn dan ook cruciaal. ‘Het comité is ooit begonnen met het verstrekken van enveloppen met inhoud. Dit was in de kerstperiode, dezelfde periode waarin inzamelingsacties werden gehouden’, verwijst voorzitter Jan nogmaals naar de rijke historie van het comité. ‘Het comité kan de hulp verlenen die het doet dankzij de verschillende donateurs. Tegelijkertijd is het geen vanzelfsprekendheid dat zij doneren, en is de nood bij veel mensen hoog wanneer zij voor een onvoorziene uitgave komen te staan. Het leven is zo duur geworden dat de (al dan niet ‘stille’) armoede voor een steeds grotere groep mensen op de loer ligt. Zonder afbreuk te doen aan het leed dat nu al veel mensen treft: de grootste groep mensen moet de pijn van de energiecrisis nog gaan ervaren. Wij verwachten helaas dat nog meer mensen in de zorgen geraken. Het is daarom belangrijk dat inwoners van Zuid-Kennemerland, van Haarlem en omstreken, zich bewust zijn van de rol die zij kunnen spelen voor hun medemens. Een donatie, hoe groot of klein ook, maakt een verschil in een mensenleven. We hopen gewoon dat iedereen zich, zeker in deze kerstperiode, wil afvragen of en wat voor de medemens gedaan kan worden.’
Wie is nu de maatschappij?
Na het indringende gesprek met de bestuursleden loop ik langs de verschillende kerstuitstallingen en -versieringen die de stad zo gezellig aankleden in deze periode van het jaar. Ik kan niet anders dan denken aan de werken van Dickens, niet in de laatste plaats aan zijn Christmas Carol. Ondanks alle formele regelingen en systemen vallen er heel veel mensen buiten de boot. Het is aan degenen aan boord om te bepalen of ze dat willen laten gebeuren. Zelfs Scrooge besefte zich dit. Het is dan ook niet voor niets dat dit besef in de jaren dertig leidde tot de eerste inzamelingsacties door wat nu het comité bijzondere hulp is. Met de vrijwilligers die dit bemensen hoop ik dat Haarlem en omstreken gehoor geeft aan de oproep van Jan, Dick en Rob, en serieus na wil denken over de mogelijkheid een bijdrage te doen. Die maatschappij, dat is namelijk niemand anders dan wij.
Doneren aan stichting Comité Bijzondere Hulp Zuid-Kennemerland?
De Stichting Comité Bijzondere Hulp Zuid-Kennemerland ontvangt geen subsidie. Om hulp te kunnen blijven bieden wordt een beroep gedaan op particulieren, instellingen waaronder kerken, stichtingen, andere fondsen, bedrijven, serviceclubs e.d. Met onder andere een “Kerstactie” wordt jaarlijks een beroep gedaan op de inwoners van Zuid-Kennemerland om een geldbedrag over te maken.
Wie het werk van het Comité Bijzondere Hulp wil steunen kan een bijdrage storten op een van deze rekeningnummers: NL64 INGB 0001 3090 47 of NL61 ABNA 0560 1379 90.In geval van beide rekeningen ten name van Stichting Comité Bijzondere Hulp Zuid-Kennemerland.
De stichting is door de belastingdienst erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Dat betekent dat donaties aftrekbaar zijn voor de belasting.
Meer informatie over donaties en regelingen hieromtrent is terug te vinden op de website: www.bijzonderehulp.nl