Hamster

Je vraagt me om niet meer te bellen. Niet omdat je me niet wil spreken. Nee, je hamster heeft je laadsnoer doorgeknaagd, dus je wil je laatste restje batterij sparen voor als de nood echt aan de man is.

Ik besluit me neer te leggen bij deze prioritering en leg onze toekomst in handen van toeval. Twee weken later toont dat het ware gezicht wanneer ik je in gezelschap in de supermarkt tref. Ik weet me niet echt goed raad met de situatie en staar zodoende naar de rij diepvrieskasten even verderop. Het glas toont me een ontzielde varkenskop met een wit waasje erover. Onze gelaatsuitdrukkingen kennen dezelfde afgunst naar de situatie van de ander.

Zodra ik, zonder de prei in mijn hand afgerekend te hebben, naar buiten ben gestommeld, voel ik hoe de februariwind mij een gevoel van hernieuwd comfort schenkt. Het doet me denken aan het kruisen van de blik van de registeraccountant die ons shirtloos en rood geschminkt in zijn vrije tijd eigenhandig naar de finale schreeuwde. Als ik een vader voor het uitkiezen zou hebben gehad, zou ik het hebben geweten.

Ik weet heus dat ik me niet blind moet staren. Zeker niet van veraf. Was ik het namelijk niet geweest die op die bruiloft belandde waar bruidspaar en gast zich tijdens het feliciteren beseften dat het allemaal een grote vergissing was? Was ik het niet geweest die zich had verveeld en daarom had aanschouwd hoe alle gasten de alleen dansende schone aanschouwden? Die als enige samen met haar op de dansvloer belandde, om zich te beseffen dat zij op afstand beter af waren?

Nee, dit toeval krijgt mij er niet onder, zo spreek ik met mezelf af terwijl de in ringen gesneden prei in de pan landt. Preisoep mag dan mijn op drie na minst favoriete kostje zijn, ik ben beter af met een kom vol dan met een vandalistische hamster.

Laat een reactie achter